|
Nederlandse Naam | Dotterbloem |
Latijnse (Wetenschappelijke) Naam | Caltha palustris |
|
Caltha komt van het griekse kalathos wat mand of korf betekend wat weer slaat op de bloemvorm. | ||
palustris betekend moerasbewonend. | ||
Frans: Populage des marais Engels: Marsh marigold Duits: Sumpfdotterblume |
||
Familie | Ranonkelfamilie Ranunculaceae |
|
Bloem | Iedere bloem heeft 5 (soms 6) heldergele bloembladen; er zijn veel meeldraden en veel stampers |
|
|
Bloemkleur | Geel |
Bloeitijd | april, juni | |
vaste plant | ||
Vindplaats | moerassige weiden en waterkanten | |
Bijzonderheden: Forse, korte stengels komen uit de grond omhoog; ze vertakken zich en dragen naast de glanzend groene bladen grote bloemen, die als gele kommetjes open staan in de zon. Slootkanten en moerassige plekken kunnen geel zien van de pollen van deze plant. Soms bloeit de dotterbloem in het najaar weer en is het een verrassing om die mooie bloem nog een keer terug te zien voor de winter de bloei stopt tot volgend jaar.Het blad is rond, handnervig en gekarteld. De Caltha is ook heel goed te gebruiken aan de kant van de tuinvijver omdat hij niet te veel woekerd.De vermeerdering van de planten voor tuingebruik gebeurd meestal door scheuren. Het blad is giftig en wordt dan ook door dieren niet gegeten. |
||
|