|
Nederlandse Naam | Brunel (Bijenkorfje) |
Latijnse Naam | Prunella vulgaris | |
Engels: Self-heal Duits: Gemeine Braunelle Frans: Brunelle commune |
||
Familie | Lipbloemigen Labiatae |
|
|
Bloemkleur | Paars |
Bloeitijd | Juni-sept | |
De bloemen zijn paars
zelden wit of rood ,dicht opeen aan de stengeltop onder de tros twee gewone
eivormige bladeren, tussen de bloemen ronde schutbladen. De bloem heeft een helmvormige bovenlip en een afstaande onderlip. |
||
De bladeren zijn tegenoverstaand langwerpig-eivormig, gaafrandig of gekarteld. | ||
Vaste plant | ||
Hoogte | 10-30 cm | |
Vindplaats | Grasland,oevers,wegbermen,liefst vochtig Foto Duitse Eifel |
|
Bijzonderheden: De
Prunella heeft een kruipende wortelstok. Waar de naam Prunella vandaan komt daarvan heb ik twee variaties gevonden en nu nog uitzoeken welke de ware is. De een beweerd dat de oude nederlandse naam Bruynelle is gelatiniseerd tot Brunella waarvan Prunella een variant is. De naam Bruynelle slaat op de enigszins bruine schutbladen en kelk. Des te jonger de bloem is des te meer de bruine kleur opvalt.. Het kan ook zijn dat het een verbastering is van het duitse Halsbräune (Keelontsteking) Hiertegen werd de plant vroeger veel gebruikt. De prunella is natuurlijk zeer geschikt voor een natuurlijke tuin maar voor de wat meer gecultiveerde tuin of de rotstuin zijn er hele goede en mooie cultuurvariëteiten gekweekt.De plant is als bodembedekker goed te gebruiken De gekweekte soorten die toch een iets andere afkomst hebben geven de voorkeur aan een zonnige kalkrijke standplaats. Voor vermeerdering scheuren in het najaar. Het zaad wordt door de regen verspreid, de kelk met de rijpe vruchtjes zijn bij droogte gesloten en gaan bij regen open. |
||
|