|
Nederlandse Naam | Grote wederik |
Latijnse Naam | Lysimachia vulgaris | |
Engels | Yellow loosestrife | |
Duits | Gemeiner Gilbweiderich | |
Frans | Lysimaque commune | |
Familie | Sleutelbloemfamilie Primulaceae |
|
Bloem | Grote bloemen aanhet eind van de
stengels of zijtakken. De bloem is gesteeld en heeft een 5 delige groene kelk. De 5 kroonbladeren zijn vergroeid. Er zijn 5 meeldraden en 1 stamper. |
|
Vrucht | Bolvormige doosvrucht | |
|
Bloemkleur | Geel |
Blad | Vaak in kransen van 3 of 4 kortgesteeld, gaafrandig
en veernervig. Van boven lichtgroen en van onderen blauwgroen. Bladeren hebben aan de bovenzijde kleine oranje en zwarte klieren |
|
Stengel | Niet of weinig vertakt en kortbehaard | |
Bloeitijd | Juni-Aug. | |
Vaste plant | ||
Hoogte | 50-150 cm | |
Vindplaats | Waterkanten, drassige schaduwrijke plaatsen. Foto Thijsse's Hof |
|
Bijzonderheden: De Grote
wederik vermeerderd zich behalve door zaad ook door ondergrondse uitlopers. De bloemen worden ondanks dat ze geur en nectarloos zijn toch veel bezocht door wespen, zweefvliegen en wilde bijtjes. Zelfbestuiving kan ook voorkomen. |
||
|