|
Nederlandse Naam | Klein Hoefblad |
Tussilage, pas d'âne | Coltsfoot | Gemeiner Huflattich | ||
Latijnse (wetenschappelijke) Naam | Tussilago farfara | |
Familie | Compositen (Compositae) | |
Bloem | Goudgele bloemkorfjes met smalle bijna
draadvormige straalbloempjes. De middelste bloemen zijn normale gelijkmatige 5 slippige buisbloemen (mannelijk)Het hoofdje bevat in het midden ca.30-40 mannelijke buisbloemen en daar omheen ca.300 vrouwelijke lintbloempjes |
|
|
Bloemkleur | Geel |
Bloeitijd | Feb.-April | |
Blad | Hartvormig getand en enigzins puntig | |
Stengel | De bladerloze bloeistengel is met wollige schubben bezet en draagt een bloeikorfje | |
Vaste plant | ||
Hoogte | Bloei 5-10 cm Blad 5-20 cm | |
Vindplaats | Pionierplant van pas verstoorde grond Op puin of kalkrijke grond en op dijken en ruigten Foto Romolenpark 20-3-2005 |
|
Dit is een van de eerste
plantjes die in het voorjaar zijn bloemetjes laat zien en een oppervlakkige kijker kan ze
verwarren met een paardenbloem die in deze tijd ook wel
enige bloemen kan laten zien maar toch duidelijk groter is.Het zijn leuke bloemetjes maar
de plant kan ook een lastig onkruid zijn vooral op de wat zwaardere gronden omdat hij zich
uitbreid met ondergrondse wortelstokken.Deze plant werdt vroeger tegen hoest gebruikt. Misschien is de naam dan ook een verbastering van hoestblad (Tussis is hoesten Agere is verdrijven). |
||
|